Bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling voor de Wet WIA wordt aan de hand van het loonverlies van iemand bepaald wat het arbeidsongeschiktheidspercentage is (en of iemand recht heeft op een WIA uitkering). Bij die arbeidsongeschiktheidsbeoordeling maakt het UWV gebruik van het CBBS om functies met een bepaalde loonwaarde te selecteren die iemand met zijn of haar beperkingen nog kan verrichten. De loonwaarde van die functies wordt vergeleken met het inkomen dat iemand verdiende voordat hij/zij ziek werd en levert het arbeidsongeschiktheidspercentage op.
Over de passendheid van de functies die aan de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling ten grondslag worden gelegd, wordt veel geprocedeerd. Meestal omdat betrokkenen vinden dat die gebruikte functies niet passend zijn en dus niet gebruikt mogen worden bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling (en zo tot een hoger arbeidsongeschiktheidspercentage te komen).
In een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2025:192) stond o.a. de passendheid van de geduide functies ook ter discussie. In het bijzonder ging het om de vraag of twee functies van productiemedewerker industrie wel passend waren gezien de behandelingen die de betrokkene moest volgen, waardoor hij op sommige dagdelen niet beschikbaar was. Volgens de arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige analist van het UWV volgt echter uit de betreffende functies dat deze op drie hele en twee halve dagen gewerkt kan worden en in een andere functie kunnen de uren zelfs naar eigen inzicht worden ingedeeld (wat op zich vreemd is bij een productiefunctie). Om die reden vindt het UWV de functies passend. Dat vindt de Raad ook. De Raad oordeelt dat de arbeidsdeskundige van het UWV zich mag baseren op de informatie van de arbeidsdeskundige analist over de tijdsindeling van de geduide functies en vindt dat het UWV daarom een juiste en zorgvuldige beslissing heeft genomen.
Dat het UWV zich mag baseren op de informatie van de arbeidsdeskundige analist vind ik bijzonder, omdat de werknemer deze specifieke gegevens over de geduide functies feitelijk niet kan verifiëren, maar de arbeidsdeskundige analist van het UWV op de blauwe ogen moet geloven. Hetzelfde geldt overigens voor werkgevers die in de regel een tegengesteld belang hebben bij de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling ten opzichte van werknemers (ao <35%). Ook deze werkgevers kunnen deze informatie van de arbeidsdeskundige analist niet verifiëren. Dat zou wel m.i. wel moeten: alle belanghebbenden moeten over dezelfde informatie kunnen beschikken en de rechtmatigheid daarvan kunnen verifiëren. Mede gezien de recente fouten die in het dagloon en maatmaandloon zijn gemaakt, kan van belanghebbenden niet gevraagd worden het UWV op de blauwe ogen te geloven, zo lijkt mij.
#CBBS #UWV #functieduiding #arbeidsdeskundiganalist