ECLI:NL:CRVB:2025:470
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Datum uitspraak: 26-03-2025
Datum publicatie: 27-03-2025
RVB:2025:470
WIA <35%. Moet de verzekeringsarts wel of niet behandelend artsen raadplegen?
De feiten
Belanghebbende wordt na 2 jaar arbeidsongeschiktheid (fysieke klachten) een WIA-uitkering geweigerd omdat er sprake is van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. In bezwaar is er aanvullend onderzoek gedaan naar de psyche van belanghebbende. Er vervallen functies en er worden nieuwe functies geduid. De arbeidsongeschiktheid komt uit op 33.31%. Bezwaar en beroep worden ongegrond verklaard.
Het geschil
Belanghebbende stelt dat de medische beoordeling onzorgvuldig is omdat er geen medische informatie is opgevraagd bij de behandelaars. Als dit was gedaan had dit tot een ander oordeel geleid.
Wat vindt de rechter?
De rechtbank heeft belanghebbende niet gevolgd in haar standpunt dat het medisch onderzoek onzorgvuldig moet worden geacht omdat de verzekeringsarts B&B heeft afgezien van een lichamelijk onderzoek en geen behandelaars heeft geraadpleegd. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verzekeringsarts B&B voldoende gemotiveerd waarom hiervan kon worden afgezien. De verzekeringsarts B&B heeft toegelicht dat de UWV-arts volgens de regels heeft gehandeld. De problematiek van belanghebbende is slechts zeer beperkt aantoonbaar bij lichamelijk onderzoek, wat ook door haar is erkend. De rechtbank heeft voor wat betreft de zorgvuldigheid van het onderzoek er voorts op gewezen dat het vaste rechtspraak is dat een verzekeringsarts in beginsel mag varen op zijn eigen oordeel. Raadpleging van de behandelend artsen is aangewezen in die gevallen waarin een behandeling in gang is gezet of zal worden ingezet, die een beduidend effect zal hebben op de mogelijkheden van de betrokkene om arbeid te verrichten of indien een betrokkene stelt dat de behandelend sector een beredeneerd afwijkend standpunt heeft over de beperkingen. Hiervan is de rechtbank niet gebleken. Voor de verzekeringsarts B&B was er volgens de rechtbank zodoende geen aanleiding om medische informatie in te winnen bij de behandelaars van belanghebbende. De Raad onderschrijft deze handelswijze