Als een medewerker op weg naar een werkafspraak valt en pijnlijk met zijn enkel tussen de metrodeuren terechtkomt, wil hij dat de werkgever de schade vergoedt. Maar die zegt: dit kan iedereen overkomen, ik draai er niet voor op. De rechter moet bepalen wie gelijk heeft. Door Nelleke van der Heiden Illustratie Marike Knaapen.
De zaak
Een man werkt sinds februari 2022 voor een verhuurder en moet voor 12 december 2023 een ‘open huis’ organiseren. Om 17.30 uur moet hij in Rotterdam het huis opendoen voor potentiële nieuwe huurders. Vooraf moet hij elders de sleutels afgeven bij een aannemer. Rond 16.30 uur ziet hij in Schiedam de metro staan en snelt ernaartoe. Hij haalt hem, maar valt ongelukkig en als de deuren van de metro dichtgaan, zit zijn enkel ertussen.
Hij moet aan de enkel worden geopereerd. Het ongeluk brengt flink wat kosten met zich mee, ruim 15.000 euro. Het lijkt hem redelijk dat zijn baas dit betaalt. Het gebeurde onder werktijd en hij deed erg zijn best alles goed en op tijd te regelen.
De baas denkt daar anders over. Hij voelt zich niet verantwoordelijk, want dit had overal kunnen gebeuren en het ongeluk zelf heeft niks met het werk te maken. Het komt tot een rechtszaak, bij de rechtbank Rotterdam. De medewerker wil dat de rechter zijn werkgever aansprakelijk stelt, in eerste instantie omdat het direct onder zijn werkgeversverantwoordelijkheid zou vallen. Mocht dat niet zo blijken te zijn, dan had zijn werkgever zich maar tegen dergelijke schade moeten verzekeren, vindt de werknemer. De Uitspraak: geen aansprakelijkheid.
De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet aansprakelijk is. Daarvoor zijn twee elementen bepalend. Ten eerste is het de vraag of de werkgever zijn zorgplicht heeft geschonden. De rechter stelt dat „een ongeval als dit, waarbij iemand zonder duidelijke aanleiding ten val komt, is aan te merken als een huis-tuin-en-keukenongeval, dat iedereen zou kunnen overkomen”. Op de werkgever rust geen zorgplicht om zo’n val te voorkomen.
Maar de medewerker gaf ook aan dat hij het erg druk had en veel stress ervaarde. Daarin heeft de werkgever wel een verantwoordelijkheid, maar, zegt de rechter, in dit geval heeft de werkgever overtuigend aangetoond dat het in die decembermaand juist niet zo druk was en dat de medewerker grotendeels zelf zijn tijd kon indelen. En een uur uittrekken om van Schiedam naar Rotterdam te gaan, leidt ook weer niet tot een race tegen de klok, dus is niet gebleken van drukte en daarbij horende stress.
De andere vraag waar de rechter zich voor gesteld ziet, is: gaat het hier om een bijzondere situatie die de werkgever toch aansprakelijk maakt? Daarvan kan sprake zijn „als van een werkgever preventieve maatregelen hadden mogen worden gevergd met het oog op een bij de werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar voor de werknemer”. Eerder gaf de rechter al aan dat het hier gaat om een huis-tuin-en-keukenongeval dat iedereen kan overkomen. Het is daarmee geen specifiek gevaar. En bovendien is de val geen ernstig gevaar. De werkgever had er geen preventieve maatregelen voor hoeven treffen.
Had hij zich dan wel moeten verzekeren tegen dit soort ongevallen? Nee, zegt de rechter. De werkgever is verzekeringsplichtig „als de werknemer als fietser of voetganger schade lijdt als gevolg van een ongeval waarbij een of meer voertuigen zijn betrokken” en „als de werknemer als fietser schade lijdt als gevolg van een eenzijdig ongeval”. Er bestaat „geen verzekeringsplicht” voor een „eenzijdig ongeval dat de werknemer overkomt als voetganger”. Dat bij dit ongeval geen voertuig betrokken zou zijn, betoogt de rechter als volgt: de metro stond stil én deze val had ook bij een lift of automatische schuifdeuren bij een gebouw kunnen gebeuren. Geen verzekeringsplicht, dus het ontbreken van zo’n verzekering leidt nu niet tot aansprakelijkheid. De werkgever hoeft de schade niet te vergoeden.
Het Commentaar
„Ik begrijp de uitspraak, maar vind de rechter wel heel streng”, zegt letselschadeadvocaat Veeru Mewa van VictimFirst Advocaten. „En een paar cruciale vragen blijven onbeantwoord.” Zo wil hij weten of het voor de medewerkers gebruikelijk of zelfs verplicht is om met de metro te reizen voor het werk. En betaalt de werkgever voor die reiskosten? In de uitspraak staat er niks over. „Volgens de Hoge Raad gaat het om de vraag of sprake is van een bijzonder gevaar tijdens het verkeer. Als de werknemer verplicht is om tijdens het werk met de metro te reizen en de werkgever die kosten draagt, zou best van een bijzonder gevaar tijdens werk sprake kunnen zijn, namelijk dat je daarbij eenzijdig letsel kan oplopen.”
Mewa gaat ook niet helemaal mee in de overwegingen van de rechter waarom de werkgever voor dit ongeval niet verzekeringsplichtig is. De Hoge Raad heeft bevestigd dat een werkgever aansprakelijk kan zijn voor een eenzijdig ongeval dat zijn werknemer krijgt tijdens de uitoefening van zijn werk, ook als voetganger. Hij haalt een zaak aan van een postbezorger die tijdens een winterse postbezorging uitgleed en ten val kwam. „De Hoge Raad zag in die zaak een verzekeringsplicht voor de werkgever, en stelde hem, bij het ontbreken daarvan, aansprakelijk voor het letsel van de werknemer.”
Het bevreemdt de advocaat ook dat het voor de rechter van belang is dat de metro stilstond. „Dat zou niet moeten uitmaken. Mogelijk oordeelt de rechtbank dat reizen met een metro niet gelijkstaat aan reizen met de auto (waarbij stilstaan of rijden niet uitmaakt), maar ik zie niet in waarom dat anders zou zijn. Dit zou een mooie vraag zijn in hoger beroep.” Uitspraak: Rechtbank Rotterdam, 11 juli ECLI:NL:RBROT:2025:8384
Deze rubriek belicht wekelijks rechterlijke uitspraken met economische gevolgen voor mensen of bedrijven.
Bron NRC: Een ongelukkige val tijdens het werk: is de baas verantwoordelijk?