Tuchtzaak 23 april 2021, niet honoreren second opinion bedrijfsarts aanvraag

Rechtspraak: ECLI:NL:TGZCTG:2021:83

Primaire bedrijfsarts stuurt aan werknemer met in de cc de werkgever dat hij geen reden ziet om de aanvraag voor een second opinion te honoreren.

In 5.9 licht het college haar standpunt toe:

Sinds de wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) in juli 2017 heeft de werknemer het recht op een second opinion als hij het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts (art. 14 lid 2 onder g Arbowet). Op de website Arboportaal is daarover het volgende vermeld:

Als een werknemer twijfelt aan de juistheid van het advies van de bedrijfsarts, dan kan de werknemer vragen om een second opinion van een andere bedrijfsarts. Deze bedrijfsarts moet werkzaam zijn bij een andere arbodienst, bedrijf of inrichting dan de eerste bedrijfsarts. De second opinion is erop gericht om de kwaliteit van de bedrijfsgezondheidszorg te verhogen en de werknemer meer zekerheid te geven over de juistheid en onafhankelijkheid van een advies. Bedrijfsartsen moeten meewerken aan een verzoek om een second opinion, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om het niet te doen. De kosten voor de second opinion zijn voor rekening van de werkgever.

Klacht onderdeel B beschouwd de afwijzing van de verzochte second opinion. Onterecht!

Uit de uitspraak blijkt verder: Sinds 1 april 2019 is in de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg opgenomen dat het college in geval van een geheel of gedeeltelijk gegronde klacht kan beslissen dat de aangeklaagde partij de kosten dient te vergoeden die de klagende partij in verband met de behandeling van de klacht redelijkerwijs heeft moeten maken.